Laden

Levensbedreigende situatie? Bel altijd 112

Dyspneu in de palliatieve fase

Op basis van de beschikbare evidence blijft morfine bij dyspnoe in de palliatieve fase het middel van eerste keuze. Hoewel het aannemelijk is dat andere opioïden zoals oxycodon en fentanyl ook effectiviteit hebben, is hier tot op heden weinig bewijs voor. Het medicamenteuze advies is om te starten met slow release morfine 2 dd 10 mg per os. Een alternatief is om te starten met immediate release morfine 2,5 mg zo nodig of 6 dd 2,5-5 mg per os.

Indien de orale toedieningsweg niet mogelijk is, óf indien een snel effect gewenst is, start dan met 2,5 mg morfine sc/iv zo nodig of 6 dd 2,5 mg morfine sc/iv. Een alternatief in dit geval is continue toediening van 15 mg/24 uur sc/iv.

Indien een patiënt al een ander opioïde gebruikt, heeft het de voorkeur om te roteren naar morfine in  equi-analgetische dosis of met een dosisverhoging van 25-50%.

Overweeg bij onvoldoende effect van morfine, zeker als angst en spanning een rol lijken te spelen, toevoeging van een benzodiazepine. Overweeg eveneens, afhankelijk van de oorzaak van de dyspnoe, toevoeging van een corticosteroïd.

Terug naar overzicht