Huisartsenposten De LIMES

Levensbedreigende situatie? Bel altijd 112

Laden

Laden

Levensbedreigende situatie? Bel altijd 112

Casus herseninfarct

Door regionale onderzoekscommissie naar incidenten en calamiteiten SHR/DDDB

De echtgenote van een 59-jarige man belt om 06.00 uur naar de HAP. Haar man had moeite bij het opstaan om naar zijn werk te gaan. Sinds vannacht 03.00 uur was hij erg duizelig. Toen kon hij even niet opstaan om naar het toilet te gaan maar dat was daarna weer weg. Op weg naar het toilet moest hij zich vasthouden en wankelde van links naar rechts, zag soms zwart voor de ogen. Hij klaagde eveneens herhaaldelijk over koude benen. Meneer had de dag ervoor hoofdpijn gehad maar ook dat was nu weer weg. Vervolgens komt meneer zelf aan de telefoon en kan adequaat antwoord geven. Meldt herhaaldelijk dat sommige klachten weer weg zijn. De triage komt uit op een U2. De triagist overlegt met de nachtarts en de urgentie wordt bijgesteld naar U3. Patiënt wordt geadviseerd in de ochtend naar de eigen huisarts te gaan en een duidelijk vangnet wordt afgesproken.

Meneer gaat de volgende ochtend naar de eigen huisarts. Aan de hand van dit consult wordt afgesproken dat meneer later op de dag in het ziekenhuis wordt onderzocht. Patiënt gaat weer naar huis in afwachting van de afspraak in het ziekenhuis. Dan wordt meneer later op de ochtend onwel en gaat per ambulance naar het ziekenhuis. Een herseninfarct wordt vastgesteld.

Had dit voorkomen kunnen worden als meneer direct per ambulance was ingestuurd? Dat is uiteraard de grote vraag van de naasten van deze patiënt. De onderzoekscommissie heeft dit incident onderzocht en een aantal vragen doorgenomen. Zo ontstond de vraag: of er bij de ingangsklacht ‘duizeligheid’ in het NTS een vervolgvraag wordt gesteld over uitvalsverschijnselen. Dit blijkt niet zo te zijn. Dit zou je in het oriënterende deel van je gesprek uiteraard wel kunnen vragen. Probleem bij deze casus is dat er geen zichtbare uitvalsverschijnselen waren. Patiënt gaf tevens aan dat het even niet kunnen opstaan ook weer weg is. Ten tijde van het bezoek aan de eigen huisarts die ochtend is er wederom geen sprake van uitvalsverschijnselen.

De NHG standaard Duizeligheid geeft alleen spoed aan bij neurologische uitval en verwijst daarbij naar de standaard Beroerte. De NHG standaard beroerte gaat uit van focale uitvalsverschijnselen. Er leek geen sprake van focale uitvalsverschijnselen. De eigen huisarts heeft dit later die ochtend beoordeeld en heeft geen uitvalsverschijnselen gevonden. Een beoordeling op de huisartsenpost had dus niet tot een andere conclusie geleid.

Het antwoord op de vraag of dit herseninfarct voorkomen had kunnen worden door meneer eerder in te  sturen is moeilijk te geven. Wel kunnen we zeggen dat wanneer er (nog) geen herseninfarct heeft plaatsgevonden, met een scan niet te zien is of er sprake is van een aankomend herseninfarct. We moeten het dan doen met de informatie die patiënt en zijn naaste ons geeft en zo op afstand met behulp van het NTS, de beste urgentie scoren. Deze casus laat zien hoe waardevol het is om op urgentie te triëren. Dat wil echter niet zeggen dat de uitkomst vermijdbaar was. Wat overblijft als het noodlot zijn tol eist is een goede en tijdige uitleg aan patiënt en zijn naaste om de mogelijkheid te scheppen, diens oorspronkelijke verwachting naar de gezondheidszorg bij te stellen. Meneer doorloopt momenteel een revalidatieprogramma.

Terug naar overzicht